
De broek paste, en ik kon m'n anderhalf uur durende reis naar Capelle aan de IJssel beginnen. Een uur te vroeg uiteraard, want de NS zou maar zo roet in het eten kunnen gooien. Een boemeltje heeft geen toilet, en plassen is nou net iets dat je vooral moet doen als je zenuwachtig bent. Rotterdam Alexander heeft twee toiletten: één in een dicht eetcafé en één zelfreinigend exemplaar wiens deur niet open kan. De volgende metrostop, Capelse Brug, was niet veel beter, maar een Mc. Donalds op 10 minuten lopen zou het wel doen en ik had toch een uur stuk te slaan. Halverwege verdween ik echter beschaamd in de bosjes, waarbij ik me troostte dat ik op dat moment vermoedelijk de best geklede viaductpilarenpisser van Rotterdam en omstreken was. Voor de vorm ging ik toch maar even door naar de Mac en haalde een dubbele espresso en een brownie.
Het bedrijf in kwestie zat op een open, troosteloos bedrijventerrein, ergens tussen Capelle en Rotterdam. Maar ik zou toch voornamelijk voor klanten werken, en alleen tussen projecten door daar verblijven. Nergens koffie te krijgen, dus maar gewoon binnengestampt. Ik werd gehaald en in een klein kamertje gezet; het zweet brak me uit. Ik was veel te vroeg, het duurde dus wat lang, en dus had ik genoeg tijd om mezelf tot orde te roepen en nonchalant uit het raam te kijken. M'n eerste gesprekspartner, één van de vier managers van het bedrijf en diegene die ik gesproken had aan de telefoon, kwam binnen en vanaf dat moment waren alle zenuwen over. Zij zochten een goede wetenschappelijk-software-engineer, ik ben een goede wetenschappelijk-software-engineer; klaar. Het werd een leuk gesprek waarin ik vertelde wat ik zoal allemaal geprogrammeerd en gemodelleerd had, en waarin hij probeerde te achterhalen met wat voor figuur hij van doen had. Daar gebruikte hij inderdaad wel wat van de "standaard" sollicitatievragen voor, maar hij schaamde zich ervoor, zoals het een echte techneut betaamt: "niet je slechte eigenschappen, dat klinkt zo negatief, waar moet je nog aan werken".
. Aan het eind van het gesprek zei hij ineens dat "hij het wel aan durfde", "joepie", dacht ik, "een C++ test" vervolgde hij. Dus kreeg ik een stel A4tjes met ongeveer vijftien vragen, waarbij een deel multiple choice vragen over abstracte, haast taalkundige eigenschappen van C++, en een ander deel m'n kennis van het geschreven C++ toetste. Van te voren werd verteld dat de toets heel moeilijk zou zijn, maar ik vond het alleszins meevallen en ik wist maar twee vragen niet. De een was ik letterlijk vergeten, de ander nooit tegengekomen.
Nu zou toch wel de lunch komen? Maar nee, de volgende manager bood me een kop koffie aan, en vervolgde met het nakijken van m'n C++ toets, wat korte vragen over m'n programmeerervaringen, en begon toen een verhaal over het bedrijf waar ik zou gaan werken. Het klonk allemaal bijzonder goed, de bedrijfsfilosofie spreekt me aan, de open en professionele bedrijfsvoering, de manier waarop met mensen wordt omgesprongen. Na wat vragen van mijn kant vonden we het wel welletjes en mocht ik wederom naar het toilet. Bij terugkomst had ik m'n oordeel. We bieden u een leuke baan aan, met een goed salaris, allerlei extraatjes, en een auto waarmee je ook privé mag rijden, zelfs de benzine wordt vergoed. Ik zou er nog even over nadenken, meneer wees me naar de deur, en Baschie speelde Gene Kelly rond een verlaten lantaarnpaal in Capelle aan de IJssel, in navolging van de beroemde scene in Singing in de Rain. Stom dat ik m'n paraplu heb laten liggen trouwens
.
Update
En ik heb JA gezegd
. Baschie heeft een nieuwe baan en mag 1 maart beginnen
.

Een ander en misschien tragischer voorbeeld is die van de wiskundig-fysicus Alan Sokal, die z'n ellenlange, compleet uit de duim gezogen en van zoveel mogelijk onzin voorziene paper getiteld "Transgressing the Boundaries - Toward a Transformative Hermeneutics of Quantum Gravity" opstuurde naar een sociologenblad, en gepubliceerd kreeg. Hij deed dit als antwoord op een stroming binnen de sociologie, waarbij het gebruikelijk is om wetenschapsgebieden die niets met sociologie te maken hebben, zoals quantummechanica of relativiteitstheorie, te verkrachten/gebruiken om hun argumenten kracht bij te zetten. Zijn ze niet vreselijk, die figuren die tijdens een maatschappelijke discussie "alles is relatief" roepen, en menen dat van Einstein te hebben? Ow ja, en Newton riep dat de appel niet ver van de boom viel.
Deze week kunnen we aan dit lijstje een global-warmingartikel toevoegen en dit keer zijn het niet de wetenschappers die op hun neus krijgen, maar de ongeschoolden die zonder kritiek wetenschappelijke artikelen gebruiken in hun lobby tegen consuminderen. Een Engelsman besloot een nieuw tijdschrift in het leven te roepen, The Journal of Geoclimatic Studies, en er welgeteld één artikel neer te plempen "Carbon dioxide production by benthic bacteria: the death of manmade global warming theory?". Met dit compleet uit de duim gezogen artikel wilde hij laten zien hoe weinig wetenschappelijke kennis de global-warming-sceptici in huis hebben. Het originele artikel bestaat helaas niet meer, maar de Google Cache is hier te bekijken.
In het artikel wordt beweerd dat een bepaalde bacterie maar liefst meer dan 300 keer zoveel koolstofdioxide uitstoot als de mens met al z'n auto's en fabrieken, waardoor de mens niet meer als voornaamste CO2-producent te boek zou staan. Met termen als "vertical (neo-Falkian) benthic discontinuity" en formules als
Het voor lul zetten van harde schreeuwers met weinig wol is natuurlijk altijd grappig, maar het geeft ook aan hoe voorzichtig je moet zijn met het discussiëren over iets waar je totaal geen verstand van hebt. Als je al niet in staat bent om nepartikelen op waarde te schatten, hoe ga je dan om met de serieuze?

Fool Koller is een jubileumvoorstelling, een soort best-of, van Eric Koller, een superlenige clown zonder make-up. Zo'n voorstelling kan alle kanten op gaan, het kan akelig en pijnlijk worden, zoals een gemiddelde Lama's-aflevering met Sara Kroos
, of geweldig uitpakken, zoals de oude theatershows van Rowen Atkinson. Gelukkig voor ons, pakte het geweldig uit! Meneer speelt moeiteloos een Schotse "strong man" met een lampenkap en een fles Coca-cola light, springt het publiek in — verkleed als hond — en snuffelt aan kruizen, speelt romantische scenes met een douchegordijn, speelt golf voor bijzienden met het publiek, en daarna bingo met een haperende microfoon en eindigt met een bellagio-hotelfontijn gespeeld met WC-eend, Spa rood en Glassex. Je had erbij moeten zijn
. Pijnlijk werd het gelukkig alleen wanneer dat de bedoeling was. Wat is humor toch vreemd, er zijn daadwerkelijk mensen die blauw kunnen liggen om een creperende, oude man. Fenomenaal was z'n poppenkast, waarin hij afwisselend Jan, Katrijn en Bromsnor speelde. Alle bijbehorende cliché's waren aanwezig, zoals de starre beweging van de poppenkastpoppen, bromsnor die z'n knuppel altijd aan één kant van z'n lichaam vast heeft, en een "wie heeft de pannenkoeken gestolen" verhaallijn.
En als bromsnor het publiek vraagt wie de pannenkoeken gestolen heeft, wat doe je dan als kleuter, juist, je roept "Jan klaassen!!!". Gelukkig riep ik het heel zachtjes, want ik was de eerste keer de enige
. Wat zijn kleuters eigenlijk ratten!

“Maar wacht, dat is niet alles! Bij deze publicatie krijg je meer!” ”Dat is geweldig Mike, vertel!?“ Nou, ten eerste mag/moet ik een praatje geven in Veldhoven, op de eerste dag, rond vier uur 's middags, in dezelfde sessie en hooguit een uurtje of twee eerder dan Elske, negen dagen voor m'n contract afloopt eind januari. ”Dat is geweldig Mike, maar er was meer?“ Ja, donderdagmiddag heeft een vriend van Elske m'n e-mailadres aan een potentiële werkgever gegeven, die me vervolgens terugmailde met een verzoek om m'n CV. Die verstuurde ik om 17:45 die avond en om 8:45 de volgende ochtend had ik deze meneer al aan de telefoon. M'n CV was indrukwekkend, ik zou prima bij de functie en het bedrijf passen en een kennismakingsgesprek kon ik maar beter achterwegen laten. Solliciteren was het advies. Woensdag, 14 november om 11 uur sta ik dus, in pak, met een 15 minuten durende presentatie zonder projector, m'n diploma en cijferlijst, op de stoep in Capelle aan de IJssel, of all places. M'n eerste sollicitatie! W00h000
!
“Wow, dat klinkt fantastisch Mike!”. Ja! En afgelopen vrijdag was de laatste dag van de loopbaanoriëntatiecursus. Wat een timing en wat ben ik blij dat ik de cursus niet tegelijkertijd met Edith en Elske gedaan heb, omdat ik onderwijsverplichtingen had. Natuurlijk zou het gezellig zijn geweest, maar ik zou lang niet zo open hebben gestaan voor het idee van een nieuwe baan, netwerken, jezelf verkopen bij een sollicitatiegesprek etc. De laatste les was sollicitatietraining en die ging echt beschamend goed! M'n hoed is even flink vol veren gestoken en woensdag kan daardoor vast niet meer stuk! d
b